Gedicht over machts- en sexueel misbruik
"Kamer 151"
Ze droeg een uniform, geen wapenrusting, maar plicht, precies gevouwen in de plooi.
Een vrouw van orde, kracht, van niets laten merken — behalve in de ogen. Daar brak iets heel langzaam, heel mooi.
Ze marcheerde naast mannen die haar minder achtten, maar haar blik bleef recht, haar rug als staal.
Tot een deur sloot, zonder getuigen, zonder licht. En de stilte werd haar rechtszaal.
Hij had rang. Ze had recht. Maar in zijn ogen telde dat niet mee.
Zij zei nee — met lichaam, adem, alles. Hij zei: “Stil.” En nam haar mee.
Niet op missie, maar in een loopgraaf van schaamte, waar geen medaille of rapport haar vond.
De legerleiding keek weg, zoals vaker, en wat ze voelde, bleef ongegrond.
Toch vocht ze door, op een ander front: de papieren, de meldingen, de twijfel van de staat.
Ze vocht met woorden in plaats van wapens, en elke dag was een nieuwe daad.
Ze is niet gebroken. Ze is niet vergeten. Ze is een vrouw met een verleden dat blijft.
Maar ook met vuur. Met stem. Met waarheid die haar toekomst schrijft.
3 Reacties
Machtsmisbruik is geen misverstand.
Seksueel misbruik is geen grijs gebied.
Het is geweld.
Onzichtbaar soms.
Maar altijd echt.
Altijd verwoestend.
Wie zwijgt uit angst, schaamte of loyaliteit
is geen medeplichtige —
maar gegijzeld.
Wie misbruikt onder de vlag van gezag,
een uniform, een diploma, een mooie glimlach —
is geen leider.
Maar een dader.
En wie spreekt —
breekt niet, maar bevrijdt.
Praat.
Eis ruimte.
Geloof slachtoffers.
Geen omkijken. Geen doofpot. Geen verzachting.
Want elke grens die overschreden wordt in stilte,
maakt de volgende grens makkelijker om te negeren.