Mijn verhaal
Enige tijd terug ben ik geïnterviewd door Marije Meijer. Zij heeft mijn verhaal heel goed verwoord. Ik denk dat jullie een deel van mijn ervaringen wel zullen herkennen.
Wat kun je nog doen als een dierbare er zelf voor kiest niet meer te leven?
Jenny was boswachter in het Haagse Bos. Ze was sociaal, enthousiast en had een groot rechtvaardigheidsgevoel. Naast haar baan als boswachter was ze maatschappelijk betrokken, deed ze met haar beelden mee aan kunstwedstrijden, maakte een kinderboek en sprak een film in. Wat een ander in een heel leven doet, deed zij in 41 jaar. Jenny besloot zelf uit het leven te stappen. Ze leed aan depressies die elkaar steeds sneller opvolgden. De laatste werd haar fataal. Haar vriend Vincent vond haar.
Voor mijn gevoel leefde ze nog een beetje, alsof ik nog afscheid kon nemen. Maar dat was niet zo. Op dat moment is het alsof er een luik onder je opengaat en je in een diep gat valt. Dit kan niet, dacht ik alleen maar. Hoe je er vervolgens uitkomt is voor iedereen anders. Ik wilde haar een mooi afscheid geven, dat was het enige dat ik nog kon doen. En haar verhaal vertellen. Niemand wist eigenlijk wat er aan de hand was. Wel dat ze slaapproblemen had, maar niet hoe ernstig. Ook haar depressies hield ze verborgen voor haar omgeving. Ik werd een soort ambassadeur van haar. Vertelde iedereen hoe het zat, zodat mensen het zouden begrijpen. Ik wilde dat iedereen op een prettige manier aan haar terug kon denken. Dat gunde ik haar.
Zoeken naar woorden
In het begin was het wel even zoeken. Het is al moeilijk om te vertellen dat iemand er niet meer is. Als je dan ook nog vertelt dat het een eigen keuze was, schrikken mensen heel erg. Dan zijn ze meteen stil en weten ze niet hoe ze moeten reageren. Op die momenten let je heel erg op je woorden. Vooral voor de ander denk ik. Het is niet fijn als iemand zich onprettig voelt bij wat je vertelt. Je bent dan voortdurend aan het aftasten. Hoe reageert de ander? Wat kan ik wel delen en wat niet? Welke woorden kies ik?
Herkenning onder lotgenoten
Als je met mensen praat die hetzelfde hebben meegemaakt, is dat heel anders. Ik ben bij verschillende bijeenkomsten van Slachtofferhulp geweest en merk dat als je onder lotgenoten bent, je meteen stilzwijgend begrip ervaart. En hoewel iedereen er anders mee omgaat, zijn er veel overeenkomsten. Iedereen is heel open. Hoe meer je met mensen praat, hoe meer je herkent. En herkenning zorgt ervoor dat het een plekje krijgt. Het biedt troost. En wat je voelt, is opeens niet gek meer.
Vragen
Als iemand door ziekte of een ongeluk om het leven komt, zijn er vaak weinig vragen. Bij zelfdoding is dat anders. Ik wilde die vragen beantwoorden, wilde vertellen wie Jenny diep vanbinnen was. Ze had in 41 jaar meer gedaan dan de meeste mensen in hun hele leven. Ze beleefde alles heel intens. Haar plezier was intenser, maar haar verdriet ook. Ze zei vaak dat ze niet oud zou worden. Onzin, zei ik dan, we worden samen oud. Maar als je overal zo vol voor gaat, kost dat veel energie. Meer dan je hebt.
Ze heeft alles uit haar leven gehaald. Daardoor kan ik beter accepteren dat ze er niet meer is. Het was klaar. ‘Heb alles gedaan en bereikt wat ik wilde’, schreef ze. Ze had vrede met haar keuze eruit te stappen. Een maand voor ze overleed waren we in Botswana. Toen we daar olifanten zagen, zei ze: ‘ik heb dit al een keer gezien. Alles is een herhaling, een variant op wat ik al heb gezien en meegemaakt. Zo is het ook met de depressies. Als het over is, komt het altijd weer terug. Is dat het waard? Of is het genoeg zo?’ Dat waren de vragen waar zij mee worstelde. Is leven het waard om te wachten tot het zwarte weer komt? Als je alles al hebt gedaan wat je wilde doen? Voor haar was het antwoord ‘nee’. Als ik dat vertel snapt haar omgeving veel beter hoe het heeft kunnen gebeuren.
4 Reacties *
Als antwoord op (Geen onderwerp) door b97e403a5e844c…
Als antwoord op (Geen onderwerp) door 1170460ada4645…