Iemand waarschuwde: ‘Je gaat hem toch geen geld geven, hè?
Na haar scheiding kwam Rileen via internet in contact met een mysterieuze, hoogopgeleide Amerikaan. Ze werd tot over haar oren verliefd. Tot ze ontdekte dat ze slachtoffer was geworden van datingfraude.
Tekst: Lydia van der Weide. Fotografie: Mariel Kolmschot. Visagie: Nicolette Brøndsted
“Vorig jaar deed ik een intake bij Slachtofferhulp Nederland voor een lotgenotengroep over datingfraude. Ik ben bezig met een scriptie over datingfraude en zingeving en wilde in contact komen met vrouwen die daar, net zoals ik, slachtoffer van waren geworden. Dát was de reden dat ik me aanmeldde; niet omdat ik zo’n groep zelf nodig had. Het was al zes jaar geleden dat mijn vertrouwen was beschaamd. Ik was er allang overheen. Het verbaasde me dus dat ik moest huilen bij de intake. En dat thuis de tranen bleven stromen. Pas toen ik de weken erna weer ziek werd van ellende realiseerde ik me: ik heb die afschuwelijke periode nog niet verwerkt.”
Mysterieuze man
“Ik heb 31 jaar een fijne relatie gehad met de vader van mijn kinderen. In 2012 was het op. Ik was weer gaan studeren – theologie – en had grote stappen gezet in mijn ontwikkeling. We gingen op een goede manier uit elkaar. Hoewel ik veel vrienden en kennissen heb, bleek ik vooral op mezelf aangewezen. Als kersverse single schrok ik soms van de directe manier waarop mannen me benaderden. Toch stond ik open voor contact en meldde mij aan op een christelijke datingsite. Op die site kletste ik met verschillende mannen. En toen was daar Pieter. Een hoogopgeleide Amerikaan – hij had Harvard gedaan! – die in Nederland woonde, vlakbij. Ik vond hem mysterieus en spannend. Ook zijn foto was leuk. Pieter werkte in de goudhandel en zat op dat moment voor zaken in Maleisië. Hij wilde alles van me weten en reageerde overal lief op. Als ik ’s ochtends opstond, was er altijd een bericht van hem. Hij gaf me veel complimenten en we konden erg lachen. Ik werd verliefd. Achteraf gezien waren er wel meteen wat vreemde dingen. Zo had Pieter maar één foto van zichzelf en was hij ook niet via Google te vinden. Daarnaast belden we amper, maar spraken we altijd via MSN. Maar hij had overal een verklaring voor en kwam heel oprecht over. En ik, goed van vertrouwen, geloofde hem op zijn woord.”
Geld storten
“Als ik enthousiast over hem vertelde, waren er geregeld mensen die minder goedgelovig waren. Iemand waarschuwde: ‘Je gaat hem toch geen geld geven, hè?’ Maar het was al te laat. Ik was volledig verblind. De jurk waarin ik hem van het vliegveld zou gaan halen, hing al in de kast. Toch aarzelde ik toen hij me vroeg om hem geld te sturen voor zijn paspoort en de vlucht naar Nederland. Het zou weliswaar een lening zijn – natuurlijk, hij had geld genoeg, hij kon er nu alleen niet bij – maar toch voelde het niet goed. Ik mailde Pieter dat ik het geld niet naar hem kon sturen. De volgende ochtend was er een lange brief van hem. Hij schreef dat ik hem enorm had gekwetst. Moet je net mij hebben… Ik wil juist altijd graag mensen helpen en nu had ik mijn grote liefde teleurgesteld. Nog dezelfde dag stond ik bij een Western Union-kantoor. Het was een gang die ik nog een paar maal zou maken. En de geldbedragen werden steeds groter. Telkens had Pieter weer een ander verhaal, telkens gaf ik toe. Want je hebt al zo veel geïnvesteerd en je wilt je beloning: hem. Je kunt onmogelijk aan zijn verhalen twijfelen, ze móéten kloppen. Omdat het anders te erg is. Omdat dan alles waar je in gelooft, alles waar je voor leeft, weg zou zijn. Elke keer als ik geld overmaakte, kreeg ik de vraag: ‘Ken je de persoon naar wie dit toe gaat?’ Dan loog ik. Maar het voelde niet als een leugen. Want ik kénde hem toch? Bij het vijfde verzoek om geld in de drie maanden dat we elkaar kenden, kon ik er niet langer omheen. Pieters verhalen werden te raar. Het was ook naar hoe hij me opjoeg, elke keer als ik geld zou gaan overmaken. Ik stond al tijden stijf van de stress en was kilo’s afgevallen. Ik nam een vriendin in vertrouwen – al vertelde ik haar niet het hele verhaal, dat deed ik nooit – en zij bedacht een manier waarop zij zijn gegevens kon checken. Ergens wist ik de uitkomst natuurlijk al. Ik was niet voor niets op van de zenuwen.”
Tijd voor wraak
“Pieter bestond niet. Het was allemaal nep. Ik heb dagen en nachten gehuild. Ik was mijn droom kwijt. De man van wie ik hield. Mijn toekomst. Ik ben naar de politie gegaan en deed mijn verhaal aan een heel aardige politieagente. Zij schrok zich kapot van het bedrag dat ik had overgemaakt. Daar schrok ik ook weer van, maar dat geld interesseerde me niet echt. Nee, om hoeveel het gaat, wil ik niet zeggen. Dat heb ik tegen niemand gedaan. Het doet er ook niet toe wat voor de een veel is, is voor de ander weinig. Het gaat erom dat ik ben opgelicht tot ik bijna niets meer had. Goddank had ik geen schulden gemaakt, dat is mijn enige geluk geweest. Het was afschuwelijk om het aan de mensen om mij heen te vertellen. ‘Jullie erfenis is weg,’ moest ik tegen mijn kinderen zeggen. Gelukkig reageerden ze alleen maar begripvol. Ze vonden het zó erg voor me. Mijn oudste zoon heeft me vervolgens geholpen met een script om ‘Pieter’ te gaan beetnemen. Want net zoals hij mij volgens een zorgvuldig verzonnen script had beetgenomen, zou ik dat nu bij hem doen. Ik wilde wraak. En ik wilde uitzoeken wie de persoon was die mij dit had aangedaan. Dus ik hield hem aan de praat. Nu de schellen van mijn ogen waren gevallen, zag ik dat er van alles rammelde aan zijn verhalen. Dat hij er een meester in was om weinig over zichzelf los te laten. Ik ontdekte zelfs dat ik al die maanden waarschijnlijk niet met één persoon te maken had gehad, maar dat er meerdere waren. De politie had ook al gezegd dat ik met een Maleisische bende te maken had. Mensen uit krottenwijken. Intelligent, goed opgeleid. Maar werkloos en straatarm. Dit is hun kans om rijk te worden. Ze praten het goed omdat wij hen hebben uitgebuit in de koloniale tijd. Te pakken zijn ze niet; er is er geen uitleveringsverdrag met Nederland en bovendien is de politie daar heel corrupt. Ik heb ‘Pieter’ nog twee maanden een worst voorgehouden: het huis van mijn ex en mij werd verkocht, dus binnenkort zou ik veel geld krijgen, liet ik hem weten. Nu was ík het die de datum waarop het geld kwam, steeds uitstelde. Het deed me goed om zo een deel van mijn eigenwaarde te herstellen. Tegelijkertijd was ik nog steeds verslaafd aan dit contact. Toen mijn ex en ik onze breuk definitief bevestigden bij de notaris kwam ik thuis en vroeg ‘Pieter’ meteen online te komen. Omdat hij de enige was die mij op dat moment kon troosten. Ongelooflijk, ik weet het. Maar het was echt verschrikkelijk zwaar om me aan zijn greep te ontworstelen.”
“Ondertussen deed ik er alles aan om erbovenop te komen. Hoewel ik veel verdriet had en me ontzettend schaamde, zorgde ik goed voor mezelf, zoals ik had geleerd bij mijn psychosociale opleiding. Gezond eten, wandelen, fietsen, uitjes met vriendinnen, mijn werk en niet te veel alleen zijn. En naar grappige filmpjes kijken op internet, zodat ik het gelukhormoon endorfine zou aanmaken. Ook heb ik in die tijd veel gebeden en gemediteerd. En ik ging weer daten. Ik vond een nieuwe liefde in NoordNederland. In no time trok ik bij hem in: dit keer moesten mijn toekomstplannen wél slagen. We zijn zes jaar samen geweest en hebben mooie momenten gehad. Maar het ging te snel. Mij overkwam wat veel slachtoffers van datingfraude overkomt: ik was zó getraumatiseerd, dat ik dat wat ik had meegemaakt, ging herhalen. Ik ging opnieuw veel te ver voor de relatie, ik investeerde te veel, materieel én immaterieel. Ondertussen kampte ik al die jaren met veel fysieke klachten. Ik kreeg de ene na de andere ziekte, mijn immuunsysteem lag volledig overhoop. Totdat ik na zes jaar sterker werd en een website maakte met mijn verhaal over die datingfraudeervaring. Daarnaast heeft traumatherapie mij enorm geholpen. Net zoals het lotgenotencontact. Daar was het alsof ik in de spiegel keek. Ik hoorde mijn eigen verhaal. Die vrouwen daar begrepen mij precies. Zij wisten op welke manieren ik verslaafd was gemaakt, gehersenspoeld, en daardoor een willoos slachtoffer was geworden. Ook via mijn website spreek ik veel lotgenoten. En door het onderzoek voor mijn scriptie komen mij de bizarste verhalen ter ore. Er was een vrouw die ergens nog steeds dacht: als ik die laatste keer toch nog geld had gegeven, dan was hij wél gekomen. Een ander hing zó aan het contact, dat ze eigenlijk bereid was ervoor te blijven betalen, al wíst ze dat ze werd opgelicht. Het zegt iets over de eenzaamheid in onze huidige maatschappij, denk ik. Maar het zegt ook iets over onszelf. Om met de oplichting te leren dealen, moest ik in therapie onderzoeken waarom juist ík hier gevoelig voor was geweest. Waarom míj dit kon overkomen. Zolang ik Pieter alle schuld gaf, kwam ik niet verder. Ik ontdekte dat het te maken had met een gebrek aan zelfvertrouwen. Met te graag willen helpen, zorgen; iets wat ik heb geleerd in mijn vroege jeugd. En de wens dat iemand nu eens voor mij zou zorgen, wat Pieter me voorhield. Ik heb nu grote stappen gezet in de verwerking. Het helpt me om mij verder in datingfraude te verdiepen. Ik werk nog steeds aan mijn scriptie voor mijn studie theologie. Om die reden heb ik al een paar maal de publiciteit gezocht. Doodeng, want het is verschrikkelijk om met mijn verhaal naar buiten te komen. Tegelijk werkt het bevrijdend. Ik ben ook bezig met een boek. Om mensen tot in detail te kunnen vertellen hoe het is gegaan. Datingfraude komt veel voor, er gaan wereldwijd miljarden in om. Maar de meeste slachtoffers zwijgen. Uit schaamte. En dat snap ik heel goed. Toch wil ik het taboe doorbreken. Andere vrouwen moet dit vreselijke leed bespaard blijven.
9 Reacties