Overslaan en naar de inhoud gaan
Terug naar Forum Privacy in het strafproces

Stelling: De nieuwe wet uitbreiding slachtofferrechten is prima uitvoerbaar

Stelling: De nieuwe wet uitbreiding slachtofferrechten is prima uitvoerbaar.

 

 

---------------

Om reacties te lezen of te reageren, moet je ingelogd zijn met een Slachtofferhulp account.

Bezig met laden...

2 Reacties *

22 januari 2021
Verslag Witboektour 19-01-2021 sessie politie Een kleine kanttekening die door Robin Fontijne bij deze stelling gemaakt wordt, is dat de Wet uitbreiding slachtofferrechten in zijn geheel heel breed is, maar dat vandaag heel specifiek het Amendement van de leden Van Wijngaarden en Van Toorenburg over het onvermeld laten van bepaalde gegevens ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer bedoeld wordt. Het is volgens Johan Pieters van groot belang dat de nieuwe wet goed overgebracht wordt aan de politiemedewerkers, zodat zij de uitvoering van deze wet niet als belemmering gaan zien. Ook zal de vraagstelling en interactie met slachtoffers moeten veranderen, te meer omdat het politiesysteem niet direct aangepast zal worden op de nieuwe wet. Alex van Kernebeek is het eens met Johan Pieters en stelt zich op het standpunt dat domicilie eigenlijk overbodig zou moeten zijn, met andere woorden: dat het de standaard wordt dat bepaalde gegevens onvermeld blijven. Volgens Robin Fontijne zou de eerste stap moeten zijn dat het woonadres van het slachtoffer standaard onvermeld blijft in de aangifte en dat het noodzaak is dat eenieder daarna scherp blijft. Wanneer er bij de aangifte ook nog een goederenlijst gevoegd wordt, wordt daarop bijvoorbeeld alsnog het woonadres vermeld. Miriam brengt een vraag vanuit de chat in: Welk adres geef je nou op bij domiciliekeuze? Alex van Kernebeek antwoord dat aanvankelijk de algemene afspraak was dat het adres van het Slachtofferloket wordt opgegeven. Echter bestaat het Slachtofferloket bij een aantal parketten niet meer. Daarnaast wordt er steeds meer digitaal gecommuniceerd, via www.MijnSlachtofferzaak.nl. Robin Fontijne voegt daaraan toe dat het slachtoffer altijd gevraagd moet worden of hij zelf een alternatief adres weet waar hij zelf toegang tot heeft. Indien toch een adres van een politiebureau, een slachtofferloket of een bureau van Slachtofferhulp opgegeven wordt, bestaat de kans dat de post verdwijnt en dat een slachtoffer secundair gevictimiseerd wordt, omdat hij dan niet (tijdig) geïnformeerd wordt over de stand van zaken. Fontijne voegt daaraan toe dat na het wegvallen van de slachtofferlokketten door politie en OM lokaal / regionaal afspraken zijn gemaakt over welk adres gebruikt kan worden als domicilieadres. In de ene regio is dat een adres van politie, in het andere een adres van het OM. Een alternatief adres van het slachtoffer zelf heeft echter altijd de voorkeur.
22 januari 2021
Verslag Witboektour 21-1-2021 Sessie OM - rechtspraak De nieuwe wet uitbreiding slachtofferrechten is prima uitvoerbaar Een kleine kanttekening die door Robin Fontijne bij deze stelling gemaakt wordt, is dat de Wet uitbreiding slachtofferrechten in zijn geheel heel breed is, maar dat vandaag heel specifiek het Amendement van de leden Van Wijngaarden en Van Toorenburg over het onvermeld laten van bepaalde gegevens ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer van het slachtoffer bedoeld wordt. Robin Fontijne vraagt zich af of het nou echt nodig is dat het woonadres van het slachtoffer altijd zo zichtbaar in het proces-verbaal staat. Angela Kaptein reageert daarop dat zij als rechter in sommige gevallen simpelweg niet zonder het adres kan. Er moet volgens haar daarom heel goed nagedacht worden over de uitvoering van deze wet. Annet Kramer van het OM begrijpt heel goed dat deze wens bestaat, maar realiseert zich ook dat het heel veel inspanning vergt om de uitvoering daarvan te bewerkstelligen. Als voorbeeld noemt zij de situatie waarbij er ná ontvangst van het eind-pv van de politie nog allerlei stuken aan het dossier toegevoegd worden, waaronder bijvoorbeeld een vordering benadeelde partij, waarin dan toch nog allerlei persoonlijke gegevens van het slachtoffer vermeld zijn. Robin Fontijne benadrukt dat het wenselijke uitgangspunt is dat de situatie uit het voorbeeld van Annet tot ongelukken beperkt worden en dat het niet meer de standaard praktijk zal zijn. De kans op secundaire victimisatie neemt daarmee af. Miriam Sessink brengt een vraag in die via de chat is gesteld: Hebben jullie concrete tips om de privacy van het slachtoffer te waarborgen in de voorbereiding van een strafzaak (bij de beoordeling van de zaak)? Volgens Annet Kramer is het niet per se nodig dat de naam van het slachtoffer in de tenlastelegging vermeld wordt. Er kan volstaan worden met een aanduiding met een nummer, bijvoorbeeld slachtoffer 1. Volgens Angela Kaptein zou het al helpen als diegene die de zaak voor de rechter voorbereid opmerkingen over de privacy van het slachtoffer op het voorbewerkingsformulier noteert, zodat de rechter hier bij aanvang van de zitting al van op de hoogte is. Het gaat volgens haar om bewustwording. Robin Fontijne heeft een cliënt bijgestaan die aangifte onder nummer had gedaan. In de vordering benadeelde partij heeft Fontijne vervolgens alle persoonlijke gegevens geanonimiseerd. De originele vordering heeft Fontijne voorafgaand aan de zitting ter inzage aangeboden aan de officier van justitie en de rechtbank, zodat deze konden verifiëren dat de stukken betrekking hadden op het daadwerkelijke slachtoffer. De rechtbank ging daarom niet mee in het verweer van de verdediging dat er niet getoetst kon worden dat de vordering benadeelde partij hoort bij het slachtoffer dat de aangifte had gedaan. Dit is een mooi voorbeeld van hoe er met een beetje inzicht en creativiteit uitvoering gegeven kan worden aan het Amendement van de leden Van Wijngaarden en Van Toorenburg.